Nieuwe Rode lijst in Duitsland: onderzoek naar kleine marters noodzakelijk voor duurzame bescherming.
Deze week is in Duitsland de nieuwe Rode Lijst van zoogdieren gepubliceerd. De kleine marterachtigen wezel, hermelijn en bunzing staan er ook bij onze Oosterburen niet bijzonder goed voor.
Sporadisch bewijs laat dit ook zien, zoals een 90% afname van het aantal verkeersslachtoffers onder hermelijnen in Beieren in een periode van 35 jaar. Ook jachtgegeven in de regio Hessen schetsen voor bunzing een duidelijk neerwaartse trend vergeleken met gegevens uit eerdere jaren. In het overgrote, met name oostelijke deel van Duitsland is het voorkomen van bunzing extreem zeldzaam. De bunzing verschuift dan ook van de Rode Lijst categorie ‘waarschuwinglijst’ naar ‘bedreigd’ waarbij men voor de korte- en lange termijn een afnemende trend voorziet.
Voor hermelijn en wezel is dat anders. Net als in Nederland worden deze soorten nog met enige regelmaat gezien maar zijn onvoldoende verspreidingsgegevens voorhanden om iets zinnigs te kunnen zeggen over populatietrends op korte en lange termijn en daarmee de noodzaak tot indelen in een meer of mindere zware Rode lijst categorie. Desondanks lijkt door de intensivering van de landbouw en de daarmee samenhangende afname van beschikbaar voedsel ook in Duitsland een populatieafname aannemelijk.
Ondanks deze aanwijzingen wordt ook na vernieuwing van de Rode Lijst van ons buurland de wezel en hermelijn wederom toebedeeld aan de Rode lijst categorie ‘gegevens ontoereikend’. De categorie “gegevens ontoereikend” zorgt ervoor dat de soort niet de aandacht krijgt die het wellicht wel nodig heeft om te kunnen voortbestaan.
In Nederland zien we hetzelfde waarbij bunzing op onze nationale Rode Lijst uit 2006 is ingedeeld in de categorie ‘onvoldoende gegevens’ en wezel en hermelijn onder ‘gevoelig’ waarbij voor alle drie soorten meer onderzoek gewenst is om meer te kunnen zeggen over populatie ontwikkelingen. Desondanks is er in diverse provincies sinds 2017 toenemende aandacht voor bescherming en specifiek beleid voor kleine marters vanuit de Wet natuurbescherming. Ook hier blijft echter de onduidelijkheid over de staat van instandhouding van de soorten waarvan wordt verwacht dat deze niet gunstig is maar waarvoor harde gegevens nochtans ontbreken.
Het vullen van de leemtes in kennis ten aanzien van de ecologie, aanwezigheid en verspreiding van kleine marterachtigen is dan ook noodzakelijk. Enerzijds om grip te krijgen op veranderingen in populaties en anderzijds om tijdig bijsturing te kunnen geven ten behoeve van de bescherming en het duurzaam voortbestaan van deze intrigerende soortgroep.