Over ons
Het team dat de stichting draaiende houdt bestaat momenteel uit de volgende personen: Jeroen Mos, Tim Hofmeester en Fokko Bilijam.
Jeroen Mos
Rond 2003 kwam ik tijdens een stage in Canada voor het eerst in aanraking met een marterachtige; de Amerikaanse boommarter. Later in de tijd studeerde ik af aan de WUR met een onderzoek naar de voedselecologie van de das, onze grootste Nederlandse marter. Gedurende en na mijn studies werkte ik onder meer aan onderzoek naar wezels in Kielder Forest (Engeland, 2003) en Białowieża (Polen, 2007). In deze periode vormde mijn interesse voor met name de kleine marters zich tot een stevig fundament. Dit zette ik verder door in mijn vrije tijd waar ik o.a. op het Deelensche Veld binnen NP Hoge Veluwe vrijwillig onderzoek deed naar aanwezigheid van kleine marters door middel van sporenbuizen.
In 2012 ontwikkelde ik op basis van de sporenbuistechniek en de destijds opkomende cameraval een eerste prototype van de ‘Mostela’. Dit cameraval concept kan o.a. op basis van een veldonderzoek op het landgoed ‘Hof te Dieren (2017-2018), als een veelbelovend methode worden beschouwd voor het bestuderen van wezel en hermelijn. Ik ben geïnteresseerd in de wijze waarop wezels en hermelijnen van het Nederlands landschap gebruiken met in het bijzonder de (temporele) functie van aanwezige landschapstructuren en het aanwezige (mico)habitat. Binnen de SKM en in mijn dagelijks werk als zelfstandig ecoloog richt ik mij met name op het nader uitdiepen van de complexe ecologie van kleine marterachtigen door het initiëren van onderzoek en het delen van ecologische bevindingen. Alleen zo kunnen we de soorten beter gaan begrijpen en daarmee beter beschermen en op langer termijn duurzaam behouden.
Tim Hofmeester
Het zien van een boommarter in een Pools bos net na m’n 18e verjaardag heeft mijn leven voorgoed verandert. Na dat moment wist ik zeker dat ik roofdieren, en marterachtigen in het bijzonder, wilde bestuderen! Deze nieuwe passie heeft er in mijn studententijd toe geleid dat ik actief werd als vrijwilliger bij Wageningen Environmental Researchers (toentertijd Alterra) waar ik de snijsessies op in het verkeer verongelukte kleine marterachtigen heb gecoördineerd. Ik wilde van het bestuderen van zoogdieren mijn werk maken, maar er moesten eerst een promotieonderzoek naar de ecologie van ziektes en een emigratie naar Noord-Zweden komen voordat dat gebeurde. Ik werk nu als een onderzoeker aan de Zweedse landbouwuniversiteit, waar ik onderzoek doe naar zoogdiergemeenschappen in Scandinavië en daarbuiten. Ik maak daarbij vooral gebruik van citizen science en techniek, zoals cameravallen en artificiële intelligentie, om beter te begrijpen hoe mensen invloed hebben op wilde dieren en omgekeerd. Binnen de stichting wil ik mij in het bijzonder toeleggen op internationale samenwerking, waarbij de verspreiding van kennis over het gebruik van niet-invasieve methoden en statistiek naar onderzoekers, consultants en beheerders centraal staat. Daarnaast hoop ik de monitoring van wezels en hermelijnen in Zweden op te zetten, met focus op de relatie tussen de witte wintervacht en de steeds korter wordende winters.
Fokko Bilijam
Denk aan het ideaalbeeld van de schoolplaten van M.A. Koekkoek (1873-1944). De oud Hollandse landschappen met vooral heel veel soorten op de vierkante meter. Wellicht een erg overdreven en ideaal beeld wat we zien op de oude schoolplaten maar het heeft mij wel gevormd. De mismatch met het veranderende veenweide landschap waarin ik opgroeide en het vooral heel sporadisch zien van de kleine marters in mijn jeugd heeft mij aangezet tot het nadenken over de kleine marters en hun rol. Zag ik vroeger tijdens mijn vele werk voor het beschermen van weidevogels nog wel eens een hermelijn of wezel. Dat is helaas niet meer of veel minder. De ontmoetingen zijn te zeldzaam geworden. We hebben het landschap omgeturnd tot een industrieel groen complex. Des te mooier vind ik het dat we met zijn allen wel bijv de otter terug hebben weten te krijgen in het landschap. Wel met heel veel moeite en inspanning en aanpassingen, maar het is gelukt! Die gedachte moeten we vast blijven houden dat er nog niks is verloren en dat er met samenwerking nog heel veel te bereiken is. Her en der in Nederland zijn er veel mensen goed en creatief bezig om methoden te ontwikkelen om de kleine marters aantoonbaar te maken in het landschap. Dat levert mooie kruisbestuivingen op en er wordt zeker van elkaar geleerd. Binnen de stichting wil ik me richten op de nieuwe technieken die overal ter wereld nog ontstaan en de toepasbaarheid daarvan. Denk ook aan technieken waar je niet gelijk de link ziet met kleine marters en waar de toepasbaarheid met creativiteit er wel kan zijn. Sommige technieken zullen nooit van de tekentafel komen en andere zullen we middels proof of concepts en middels (internationale) samenwerking gaan uitdiepen.